|
Historische Kring Bemmel
|
Terug naar begin

| |
Geschiedenis: Bemmel
In de eerste eeuwen van onze jaartelling woonden er Bataven en Romeinen in de Oost-Betuwe.
Door opgravingen en vondsten is dat bekend geworden. Zij woonden op drie hooggelegen terreinen die
door een dijkje met elkaar verbonden waren. Een van die woonheuvels is uitgegroeid tot het dorp Bemmel.
In 1973 werden bij toeval in een diepe bouwput in het centrum sporen gevonden van bewoning in de
jonge steentijd (2500-2000 jaar v. Chr). Die vondst was van groot belang voor de Oost-Betuwe,
omdat men tot dan toe had aangenomen dat er niet eerder bewoning was in deze streek.
Op dit ogenblik wordt er veel archeologisch onderzoek gedaan op het tracé van de Betuwelijn
en men vindt steeds vaker sporen uit dat verre verleden. Het is niet zo verwonderlijk dat ze
niet eerder werden gevonden want de resten uit de prehistorie zitten twee tot drie meter diep.
In 1178 werd de naam Bemmel voor het eerst vermeld. Heilwig van Reenen kreeg van haar vader het
dorp "Bemele juxta Noviomagus": Bemmel tegenover Nijmegen. Dat was het begin van de geschreven
geschiedenis van Bemmel. Uit die tijd stamt ook het eerste tufstenen kerkje van het dorp.
Vanaf 1327 werd de Over-Betuwe bestuurd door een ambtman van de hertog van Gelre.
De ambtman woonde meestal in Bemmel. Waarschijnlijk trok dat andere vermogende adellijke lieden aan,
want in de veertiende eeuw werden er al vier omgrachte kastelen gebouwd.
Bemmel was en is nog steeds een dorp aan de rivier. Rond 1400 liep de Waal vlak langs het dorp en
herhaaldelijk braken de dijken door. Het herstel moest betaald worden door de aanwonenden
die "dijkplichtig" waren. In de zeventiende eeuw verlegde men de Waal.
De oude strang kan men nog steeds langs de dijk zien liggen.

Kadastrale gemeente Bemmel, deel van sectie F, 1832
Bemmel bleef in trek bij de adel. In de zeventiende eeuw, toen verdedigbare kastelen niet meer zo nodig waren,
verrezen er nog een aantal grote buitenhuizen. In de loop der eeuwen verplaatste het centrum van het dorp
zich van de oude kern aan de dijk naar het noorden, rondom de kastelen.
In de negentiende eeuw raakte geleidelijk aan een en ander in verval en verschillende gebouwen
kregen een andere functie. Zo werd het huis 'De Hoogen Eest' een herberg en het huis 'De Poll' een pastorie.
In de twintigste eeuw bleef het tot in het laatste jaar van de oorlog ongeveer bij het oude.
Maar na de luchtlandingen in september 1944 lag Bemmel in de frontlijn en de bevolking moest evacueren.
Het dorp veranderde in een ruďne.
Na de oorlog was er woningnood. Er werd opgeknapt wat nog bruikbaar was en nieuwbouwwijken verrezen.
Eerst nog op bescheiden schaal, maar in de jaren zestig en zeventig werden grote gebieden buiten het centrum volgebouwd.
De landerijen en boomgaarden van weleer, waar velen uit de beroepsbevolking hun werk vonden, verdwenen in snel tempo.
In die periode werden er nog veelal vrijstaande huizen en eengezinswoningen gebouwd. In de jaren
negentig heeft de appartementen bouw toegeslagen.
Onderaan in net midden van de kaart zien we de twaalfde eeuwse kerk. Rond 1600 werd de kerk door
de protestanten overgenomen. Sindsdien is deze bij hen in gebruik gebleven. Bij een restauratie in 1952
kwamen onbekende muurschilderingen te voorschijn, die al in 1550 waren aangebracht.
In noordelijke richting verdergaand komen we bij het veertiende eeuwse kasteel 'De Kinkelenburg',
met enige bijgebouwen. Vele adellijke families hebben er gewoond, zoals de familie Van Ambe,
Van Munster, Van Bemmel en Van Randwijk. Ook burgemeester Cuper van Nijmegen heeft er gewoond.
Bij het huis hoorde ook het molenrecht. Op de kaart is rechtsonder, de molen te zien op de dijk,
waar men dus moest laten malen. Aan het begin van de twintigste eeuw was het kasteel een bouwval.
Na de oorlog kocht de gemeente het gebouw. Het werd gerestaureerd en is nu in gebruik als gemeentehuis.
Naast 'De Kinkelenburg' ligt 'Brugdijk'. De toren dateert uit de veertiende eeuw, de bijgebouwen zijn iets jonger.
Bij de komst van de Fransen in 1795 werden verschillende adellijke huizen geplunderd, maar 'Brugdijk'
ontsnapte aan dat lot. De kasteelheer had goede relaties met het nieuwe bewind. Hoewel de kastelen dicht
bij elkaar liggen en beide als gemeentehuis in gebruik zijn, hadden ze in het verleden niets met elkaar te maken.
Verderop aan de linkerkant ligt het grote gebied van 'Huize Bemmel'.
In wat ooit het park was, is in de loop der jaren een hele woonwijk gebouwd.
In het stratenplan kun je nog de loop van de voormalige oprijlaan herkennen.
Ook het voorplein met de bijgebouwen en het grootste deel van de grachten zijn verdwenen. Het huis zelf is
nu kleiner en wordt particulier bewoond. De vierkante toren heeft nog een zestiende eeuwse kap.
Daar tegenover aan de rechterkant ligt het kasteel 'De Poll'. Het werd ook wel 'Pollenbeering' genoemd.
De naam kwam van de landerijen die erbij hoorden. Deze heetten de hoge en de lage Beeringen.
Het kasteel stamt uit de veertiende eeuw, maar werd in de zeventiende herbouwd.
In 1864 werd het landgoed verkocht aan het rooms-katholieke kerkbestuur voor 11.000 gulden.
Hier werd een nieuwe parochiekerk gebouwd.
Van het kasteel was toen al niet veel meer over. Wel was er nog een deel van het park en de gracht, waarop 's winters de jeugd van Bemmel ging schaatsen. Een van de gebouwen heeft nog tot 1962 dienst gedaan als pastorie.
We vervolgen onze weg in noordelijke richting en komen langs een oude herberg, de 'Fiool'.
Geen muziekinstrument, maar fiool was de naam van een wijnfles in die tijd.
Aan een bocht in de weg ligt de zeventiende eeuwse buitenplaats 'De Plak'.
In de achttiende eeuw werd een vleugel aangebouwd. In die tijd woonde hier Steven van Randwijk, ambtman van de Over- Betuwe.
De familie Van Randwijk heeft tot ver in de negentiende eeuw op 'De Plak' gewoond,
daarna raakte het huis in verval en verdween. Op de kaart is het verschil met de veertiende eeuwse
kastelen goed te zien. Wel waterpartijen, maar geen grachten.
Voorbij 'De Plak', bovenaan op de kaart, ligt 'De Hoogen Eest', een adellijke woning uit 1648.
De familie Van Bronckhorst was lange tijd eigenaar. In de negentiende eeuw deed het huis dienst als herberg.
In de oorlogsjaren hebben veel mensen er onderdak gevonden. De dikke muren boden voldoende bescherming.
Na een brand in 1972, waarbij de bovenverdieping verdween, biedt 'De Hoogen Eest' momenteel een trieste
aanblik: het adellijk huis is verworden tot berghok.
|
|