|
Historische Kring Bemmel
|
Terug naar bronnen

| |
Bronnen: Leenakteregister: 90a. BEMMEL.
Een adelijck huys met hoff, bomgaert ende cingels genoemt den Brugdijck, daerbij hoort een margen hofflant genoemt het Kempken; noch een stuck bouwlants, groot tien margen, genoemt de Bouwinge, mitsgaders den Halderschen camp, soo groot ende soo cleyn deselve van olts is gelegen in den ampte van Overbetuwen, karspel Bemmel; door
Juffer Jacoba Maria van Linden, geassisteert met Dr. Engelbert Engelen, borgermeister tot Arnhem ende griffier des Hoves van Gelderlant, voor geërfden van Overbetuwen als vrij allodiael goet opgedraegen aen de Ed. Mog. heeren Staeten van Gelderlant, om wederom uytgegeven te worden tot een leen aen den vorstendom Gelre ende graeffschap Zutphen, voor de eerste mael met de ledige hand ende daernae met een pont goet gelts te verheergewaeden, leenroerich, ende is daermede beleent Juffer Jacoba Maria van Linden, den 2 Mey 1681.
Eadem laet haer besloten dispositie approberen, eodem die.
Eadem 1) laet haer naerdere besloten dispositie approberen, den 13 Oct. 1687.
Eadem 2) revoceert alle hare voorgaende dispositien, den 3 April 1693.
Eadem doet eet verniwen door haer man Robbert van Heisteren 3) , den 11 Maert 1696.
Eadem tugtigt haer man sijn leven lang, eodem die.
Eadem laet haer beslote dispositie approberen, den 23 April 1697.
Eadem revoceert en annulleert haer vorige testamentaire dispositien, 8 Junij 1714.
Eadem laet haer testamentaire dispositie approberen, 31 Mey 1719.
Jacoba Maes 4), erfgenaem ex testamento van Maria van Lynden, beleent, 12 Mey 1725.
Eadem draegt op het adelijke huis met de annexe schuren, duifhuis, hof, boomgaert, cingels en verdere ap- en dependentien van dien, groot te samen ongeveer een en een halve mergen, oost de gemene straet, west mevrou Cuper, suid en noord den heer van Bemmel, aen Hendrik van Meurs, die daer weder mede beleent is, 12 Mey 1725.
Frans van Meurs, erfgenaam sijns vaders Hendrik, beleend, 31 Julij 1777.
Idem draagt dit leen op aan Adriaen Knuyver en Elisabeth van der Mieden, ehelieden, die daer weder mede beleend syn, 1 April 1779.
Adriaan Knuyver laat sijn besloten testament van den 7 Febr. 1782 approberen, 16 Febr. 1782.
Denselven laat sijn besloten testament van den 8 April 1783 approberen, 10 April 1783.
Johannes van Rees in qualiteyt als aangestelde executeur laat het vorenstaande geopende testament quoad clausulas concernentes registreren, 16 May 1783.
Elisabeth van der Mieden laat hare twee besloteno testamenten d.d. 28 November 1787, bijde van een en denselven inhoud, approberen, 1 Decemb. 1787.
Johannes van Erp 5) laat registreren een gerigtelijk transport door de executeurs in den boedel van Adriaan Knuyver den 5 May 1797 van dit leen ten behoeve van hem gepasseert, en uyt hoofde van dien dit leen ten sijnen naeme overtekenen, 14 May 1798.
1) Getrout met Caspar van Riemsdijck (Leenakte).
2) Nu vreduwe (Leenakte).
3) Ook wel van Huysteren genoemd.
4) Haar nicht.
5) Weduwnaar van Elisabeth van der Mieden (Leenakte).
|
|