|
Historische Kring Bemmel
|
Terug naar bronnen

| |
Bronnen: Leenakteregister: 90. BEMMEL.
Dat huys to Bemmel, tot eenen Zutphenschen rechte ontfangen bij
Gerart van Doirnick, a°. 1405.
Steven van Doernick ontfengt dat huys tot Bemmel met allen sijnen tobehoren binnen den cingelgrave begrepen, gelegen in den kerspel van Bemmel, a°. 1427.
Wilhem Bor van Doernick ontfengt een hoffstat met eenen huyse, haldende omtrent 21/2 mergen lants, gelegen tot Bemmel, a°. 1455.
Peter van der Hoevelick bij transport Willems voorn., a°. 1455.
Idem, a°. 1465.
Idem eedt vernijt, 29 Octobris 1473.
Idem, 6 Augusti 1481; hier staet: met allen sijnen rechten end tobehoren, daer naest gelandt is Sander van Wely an d' een sijde ende Neeff van Mekeren an d' ander sijde, schietende voort met beyden eynden an de gemeyn straet aldaer.
Goossen van Bemmel heeft dit an sich geworven.
Joost van Bemmel, erve sijnes vaders Goossens, ontfengt sijn huys to Bemmel met omtrent 7 mergen lants ende noch 4 mergen lants, die hij nu daerbij te leen gemaeckt heeft, te weten een stuck lants genant die Woenacker, omtrent 3 ofte 4 mergen, oostwert ende suydwort an erve Joosts van Bemmel, noortwert ende westwert an de gemeyne straet gelegen, als Willem Bor van Doirnick voor ende Peter van der Hoevelick na gehat, 7 Octobris a°. 1538.
Idem tuchtigt sijn vrou Anne Vaickx, ibidem.
Idem eedt vernijt, a°. 1544.
Idem eedt vernijt, 26 Junii 1556.
Goossen van Bemmel, erve sijnes vaders Joosts, 15 Decembris 1559.
Albert van Bemmel, erve sijnes broders Goossens, 21 Septembris 1560.
Idem tuchtigt sijn vrou Alijt van Raephorst, 25 Septemhris 1573.
Alijt voorn. vertijt weder op deselve tucht, 24 Julii 1575.
Albert ende Alijt voorn, verschriven an Hans Biermans ende Lubbert van Harskamp 60 g. sjaers, te lossen in 6 jaren met xc g., 24 Julii 1575. Ende Albert tuchtigt Alijt.
Idem, vercoft hebbende an Rutger Veldhoff den bouhoff genant Cleynbaerle, stelt dit leen te waerborch, 17 Julii 1578.
Rutger Veldhoff ontfengt dit, bij dijckgifte hem angecommen wesende, 10 Junii 1590.
Bartold van Gent Johanssoon, onmundig, op versueck sijner moder joffrou Annae van Colenberg, weduwe, vercrijgt 2 maenden uutstel deses leens peremptorie, 4 Novembris 1624.
Idem, erve sijnes vaders Johans van Gent, heer to Wolferen, amptman van Overbetu, die dit leen van Poul Velthoff gecoft had, beleent, 23 Martii 1625.
Bartolt van Gent doet selver eedt, den 23 Decemb. 1631.
Jan E. Watkint beleent uyt cracht van peindinge ende verwin op alle het gerede ende ongerede des boedels van Bartolt van Gent, den 11 November 1661.
Jacob Christophel van Balveren tot den Rodentoorn, dijckgreef van Overbetuwen, als erfgenaem onder beneficie van inventaris van wijlen Bartolt van Gent, heer tot Wolfferen, beleent sijnde ten overstaen van de heer amptman ende twee jonckeren des ampts van Overbetuwen alleen om gequalificeert te sijn tot het transport, draecht dit leen op aen Johan van Bemmel, die daermede beleent is, den 30 Martii 1664.
Adriaen van Bemmel, erfgenaem sijns vaders Johan, beleent, 31 Maert 1710.
Jan Boudewijn van Bemmel, erfgenaem sijns broeders Adriaen, beleent, 28 Mey 1720.
Johan Adriaen van Bemmel, erfgenaem sijns vaders Johan Boudewijn, beleent, 2 May 1760.
Idem draagt dit leen op aan Jeanne Louise gravinne van Randwijck, die daar weder mede
beleend is, 24 April 1770.
Eadem belast dit leen met twintig duysend guld. cum interesse ten behoeve van Jan Adriaan van Bemmel, 27 April 1770.
Caspar Ewald van Zitzwitz en Jeanne Louise van Randwijk, ehelieden, laten haar besloten testament van den 20 September 1775 aproberen, 14 December 1775.
Jeanne Louise van Randwijck 1) draagt dit leen op aan Johan Nicolaas Steven van Lynden en Johanna Elisabeth Holt, ehelieden, die daar weder mede beleend sijn, 17 Maart 1792.
Deselve ehelieden laten haar open testament van den 28 Junij 1793 registreren, 14 December 1795 2).
Dr. J. C. van Hasselt q.q. laat registreren het geopende testament van Johan Nicolaas Steven van Lynden, den 3 Februari) 1792 besloten gepasseert, 14 May 1798.
Willem van Schaayck en Hermina de Roever, ehelieden, laten registreren een gerigtelijk transport door de executeurs testamentair van wijlen Johan Nicolaas Steven van Lynden en Johanna Elisabeth Helt, in leven ehelieden, den 1 May 1799 gedaan en uyt hoofde van dien dit leen ten haaren naame overtekenen, 1 Febr. 1800.
1) Douariere Zitzwitz (Leenakte).
2) Als kinderen van v. Lynden bij zijn overleden vrouw Anna, Schrijver worden genoemd: Steven en Adriana Cornelia, geh. met Sebastiaan Willem van de Graaft".
|
|