Historische Kring Bemmel


Terug naar bronnen




Bronnen: Leenakteregister: Afgesplit van 86a. 86a § 4. BEMMEL.


    Seker huys en hofstede, den Elsen boomgaard genaamt, oost en west naast den hof van Cornelis Loeven, suyd en noort naast Willem Derksen, sijnde beswaard in de ordinaris verpondinge met twaalf stuyvers, voorts enz., als een bijsonder leen opgedragen door

Jan Mastenbroek, Geurt Marix cum suis aan Geurt Marcus, die daar weder mede beleend is, 21 Novemb. 1741.

Peter Marcus, erfgenaam sijns vaders Geurt, beleent, 14 Julij 1759.

Idem laat sijn open testament van den 28 Augustus 1776 aproberen en registreren 1), 22 April 1767.

Idem laat aproberen en registreren het mageschoyd van den 11 Julij 1781, waarbij aan hem dat leen is toe- en aanbedeeld 2), 19 Octob. 1781.

Idem en Hendrina Cornelissen, ehelieden, laten aproberen en registreren haar réciproque lijftugt van den 27 Octob. 1781,13 Nov. 1781.

Idem laat aproberen sijn besloten testament van den 27 Octob. 1781, eodem die.

Cornelis Vink en Hendrina Cornelissen, ehelieden, laten approberen en registreren sodane magescheyd als voorn. H. Cornelissen op den 20 Aug. 1791 met den aangestelde voogd over hare eenige minderjarige dogter Susanna Markus over den boedel van haar eerste man Peter Markus hadde opgerigt, 3 Decemb. 1791.

Deselve ehelieden beleend met dit leen, allergestalte hetselve Hendrina Cornelissen bovengemelt door dode van haar eerste man Peter Markus en uyt kragt van geapprobeerd magescheyd aangekomen is, eodem die.

1) Daarin worden genoemd zijn zusters Margarita en Willemina.
2) Als kinderen van Geurt Marcus en Geertruyt van Bragt worden genoemd Jan, Margaretha, Peter en Willemina, wed. Hendrik van Wanten.

© HKB 2006 | a3