Historische Kring Bemmel


Terug naar bronnen




Bronnen: Leenakteregister: Afgesplit van 86a. 86a § 15. BEMMEL.


    Twe stukken bouland, gelegen aen de weide van de Medae. Dr. Peter de Man, groot omtrent agt mergen, edog so groot en klein als 't selve bouland in sijne bepalinge kennelijk gelegen is, met een allee van opgaende essebomen, beswaert met twe roeden agt voet, sijnde de geregte wederhelft na hoven in een blok landdijk van vijf roeden onder Bemmel, num°. hondert seven en negentig, wijders beswaert met seven gulden in de ordinaris verpondinge, voorts met amts- en dorpslasten, tienden en andere herenschattingen ; als een bijsonder leen ende afgespleten van het adelijke huis en havesate genaemt de Pol, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door

Heilwig van Bronkhorst, douariere van Thienen, aen Johan Christoffel Tulleken, die daermede beleent is, 21 Julij 1725.

Christina Wilhelma Goets, wed. en hoedelhouderse van Johan Christoffel Tulleken, na dode haars mans beleend, 1 Junij 1748. Hulder Dr. Gijsbert Tulleken, haar soon.

Gijsbert Tulleken Senior, erfgenaam sijner ouderen voornoemt, onverminderd en ongepraejudicieert het regt van sijn suster en susters kinderen, beleent, 25 Junij 1760.

Idem cum sociis 1) dragen dit leen op aan Peter Diebers, die daar weder mede beleend is, 28 Meert 1766.

Idem en Elisabeth Johanna van Hulst, ehelieden, laten hare reciproque tugt van den 26 Febr. 1773 approberen en registreren, 26 Febr. 1773.

Deselve ehelieden dragen dit leen op aan Johannes van Erp en Elisabeth van der Mieden, ehelieden, die daar weder mede beleend sijn, 13 Junij 1794.
1) Aleyda Elisabeth Tulleken, wed. mr. Gerhard Wilbrennink, Theodora Gerhardina, Johanna Christoflina en Aleyda Elisabeth de Lalane de Duthay, kinderen en kindskinderen van Jan Christoffel Tulleken.

© HKB 2007 | a3