|
Historische Kring Bemmel
|
Terug naar bronnen

| |
Bronnen: Leenakteregister: Afgesplit van 86a, 86a § 14. BEMMEL.
Een weide genaemt de lage wey, gelegen aen de brouwerije van Hendrik Herberts, met een lange dubbelde rij ypebomen, groot omtrent vijf mergen, dog so groot en klein als deselve in hare bepalinge tot Bemmel kennelijk is gelegen en door vrouwe Heilwig van Bronkhorst, douariere van Thienen, self gebruikt geweest, belast met twe roeden en agt voet, sijnde de geregte helft na beneden in een blok dijx van vijf roeden onder Bemmel gelegen bij Kostverloren, num°. hondert en seven en negentig, wijders beswaert met ses gulden vijf stuivers in de ordinaris verpondinge, voorts met amts- en dorpslasten als andere herenschattingen; en sal gehouden sijn de agt mergen bouland van den advocaet Johan Christoffel Tulleken na behoren uit te wegen; als een bijsonder leen ende afgespleten van het adelijke huis en havesate genaemt de Pol, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door
Heilwig van Bronkhorst, douariere van Thienen, aen Peter de Man, die daermede beleent is, 21 Julij 1725.
Jan Joachim de Man, erfgenaem sijns vaders Peter, beleent, 24 Sept. 1737.
Johannes Jacobus Rupertus, erfgenaem van Joachim de Man, beleend, 23 Julij 1767.
Idem draagt dit leen op aan Steven Walraven van Randwijk, die daer weder mede beleend is, 6 Octob. 1768.
|
|